Deugt dat
allemaal?
Er zijn
kinderen, mensen, die lijden (meer dan 20% van alle kinderen en jongeren). Niet
alleen, niet in hun eentje, maar in de samenleving waarin zij geboren zijn, opgroeien
en leven.
Wat doen wij eigenlijk
als wij alleen in het probleem, in de aandoening of stoornis geïnteresseerd
zijn en niet in het kind of de jongere?
Wat gebeurt er
als wij niet geïnteresseerd zouden zijn in hoe de ouders van het kind zich
voelen, ook niet in hun stress, nimmer in de druk die school op hun uitoefent
en zeker niet in de opgedrongen hulp, van slechte kwaliteit, die soms hun
achtervolgt en hun een eigen leven ontneemt?
Waarmee zouden
wij kunnen helpen, als wij niet in het kind en in zijn sociale omgeving
geïnteresseerd zijn of mogen zijn?
Wat als de
omgeving van het kind toxisch is en het niet zijn ouders, niet zijn vrienden of
familie zijn, maar de sociale omgeving is, die het kind doet lijden?
Moeten wij de
agressie, de leegte van de verstikkende
sociale omgeving van het kind de rug toe keren, vol angst dat wij iets zouden
moeten doen waarvoor wij niet opgeleid zijn, niet voor betaald worden en waarmee
wij geacht worden ons niet te bemoeien?
Deugt onze hulp dan
nog?
Wanneer wij, met
de ouders, de beslissing nemen een kind of een jongere samen te gaan helpen, dan
blijven wij dat doen tot het moment dat het veel beter gaat en ouders en kind
het verder alleen kunnen of totdat ouders genoeg van ons krijgen. Wij schuiven
niet het kind en zijn ouders naar de volgende instelling of specialist, tenzij
dat absoluut noodzakelijk is. Dat stelt zeker hoge eisen aan onze kennis en ons
kunnen, hetgeen heel stimulerend werkt.
Wij volgen het
kind of de jongere. Als het nodig is, bellen wij of sturen wij e-mails aan
ouders om te vragen hoe het gaat. Wij stellen voor een afspraak te maken als
het niet zo goed gaat en blijven permanent wegen zoeken om het kind en zijn
ouders optimaal en zo snel mogelijk beter en zelfstandig te krijgen.
Als wij vinden
dat het nodig is aan te geven, dat anderen het kind en zijn gezin ziek maken,
wat veel voorkomt, dan doen wij dat, ook al bestaan hiervoor geen wegen. De
reden is, dat er wordt verondersteld, dat het bij de besturen en instellingen wel
goed zit, maar niet bij de gezinnen.
Wij verzetten
ons ertegen ons te gedragen als gecontracteerde uitvoerders, die voorgeschreven
krijgen hoe wij ons moeten opstellen en
wat voor hulp kind en ouders mogen krijgen. Wij vinden dat een gespreksonderwerp
van kind, ouders en gezondheidspsycholoog.
Wij kloppen ook aan
bij de samenleving om gezonde veranderingen te vragen, maar ook om duidelijk te
maken, dat diezelfde samenleving passief toeziet als het kind en zijn ouders
heel weinig en heel slechte psychische gezondheidszorg krijgen en ook nog veel
ontnomen worden van wat er dan is. Ouders doen hun best, de samenleving, hier
bestuurders en regering, echter niet.
Dat is hoe wij werken
en dat is tevens wat ons de kracht en de voldoening geeft, die wij nodig hebben
om kinderen en ouders te helpen. Dat is ethisch en wetenschappelijk
verantwoord. Zo denken wij en dat deugt.