vrijdag 31 januari 2014

YES, I CAN



Hallo F.,

Mooi om je dagboek te lezen! Ook vind het heel goed dat nu uitgesproken wordt wat ik al veel langer heb gezegd: op het SBO zitten met name kinderen uit lagere sociale milieus. Dat was al toen ik als jong meisje stage liep op een MLK-school. Daar was in een klas van acht kinderen er maar één met hoger opgeleide ouders. Ook de juf daar zei dat de meeste van 'haar' kinderen het wel zouden hebben gered als ze in een andere gezin waren opgegroeid. Jammer is dat eigenlijk.

J. vertelde ik vanmorgen: "Je krijgt de groetjes van F. Hij vindt het echt super goed van je dat je nu naar de Havo kan. Hij zegt dat dat eigenlijk helemaal niet kan, van het SBO naar een gewone school en dan naar de havo. Dat heeft nog nooit iemand gepresteerd, maar jij doet dat!" Ze glunderde!

Groetjes, S.
2222 Pageviews

zaterdag 18 januari 2014

Psychische problemen zijn er om op te lossen, niet om mee te leven


Problemen oplossen van kinderen in de leeftijd tussen 4 en 11 jaar betekent altijd een groot beroep doen op de medewerking van ouders en soms ook op die van de leerkracht. Kinderen vertonen problemen op het gebied van gemoedstoestand en gedrag, maar vaak ook met lezen of rekenen of spelling of begrijpend lezen. Veel kinderen van 8 en 9 jaar kunnen amper lezen en rekenen. Dat is wat waarneembaar is, maar absoluut niet de kern van de problemen. Emoties, gedrag en prestaties ontstaan niet in een vacuüm. Het is ook niet zo dat een of andere functie vanuit het niets, zo maar, minder goed is gaan werken.

Het is van fundamenteel belang te ontdekken wat de oorzaken van de problemen zijn en hoe de belemmeringen werken, ook bij schoolprestaties. Hiervoor gaan wij met het kind lezen en rekenen, schrijven, spelen en praten en naar hem kijken en luisteren. Daarna zijn wij in staat de problemen uit te leggen en op te lossen.

Gedurende de behandeling worden documenten beschikbaar gesteld en aantekeningen gemaakt voor ouders en leerkracht om hun zo goed mogelijk inzicht te geven in wat gedaan wordt en hoe de ontwikkelingen zijn. Zo kunnen zij nog beter meedoen. Soms worden meer specialistische, ondersteunende documenten geschreven. Hieronder een voorbeeld.




“Het gaat niet om het gedrag, maar om de emoties, gevoelens en gedachten"

Werken aan belemmerend en storend symptomatisch gedrag van het kind is niet de eerste en ook niet de tweede prioriteit.
Het tot stand brengen van verbeteringen in de emoties, gevoelens en gedachten (de emotionele ontwikkeling) van het kind, is een noodzakelijke voorwaarde om verantwoord te werken aan het symptomatisch gedrag van het kind.
Blijven werken aan verbeteringen in de emoties, gevoelens en gedachten (de emotionele ontwikkeling) van het kind, is een noodzakelijke voorwaarde om effectief te blijven werken aan het pijnlijke, belemmerende en storende symptomatische gedrag van het kind.


A.   Het verduidelijken van ons handelen
      1. Hoe wij met het kind omgaan
Wanneer het kind ongewenst of niet adequaat gedrag vertoont, wordt hij in alle rust opgevangen, met vriendelijkheid en geduld.
Wij dragen aan het kind gevoelens over dat hij bij ons veilig is, geliefd en gerespecteerd wordt.
 
Toelichting:
Het gaat hier om hoe wij met het kind omgaan.
Het uitgangspunt is: het kind is niet zijn gedrag. De consequentie is, dat wij het kind niet afkeuren of afwijzen omdat het afkeurenswaardig gedrag vertoont (dat zijn uitingen van de symptomen).
Wij zorgen ervoor dat het kind zich geaccepteerd en gelukkig voelt. Het kind wordt niet afgerekend op de symptomen van de aandoening.
 
       2Hoe wij met het symptomatisch gedrag van het kind omgaan
Met een zachtaardige houding naar het kind toe geven wij hem sturing door:
- soms wat afkeurende signalen af te geven, 
- soms er niet op in te gaan,
- vaak, samen met het kind, doen wat het gewenste gedrag is. 
   Samen doen is fantastisch!
 
Toelichting:
Het gaat hier om hoe wij met symptomatisch, ongewenst gedrag omgaan.
Het uitgangspunt is: het gaat om gedrag dat het kind overkomt en waar hij zelf onder lijdt. Het is symptomatisch gedrag.
Wij helpen het kind zich anders te voelen, anders te doen en zich dus gelukkiger te voelen.
 
     3.Hoe wij ons veranderingen eigen maken
Wij verfijnen het model (punt 1 en 2), toegespitst op dat kind en houden dat heel lang vol.
Wij dragen het model aan het kind over door hem twee gedachten te geven:           
 -     Wees je bewust van jezelf en van de situatie.
 -     Doe wat je goed vindt. 
          
B.   Bewuster omgaan met het kind
Omdat het erg wenselijk is dat wij bewuster omgaan met het kind, wordt voorgesteld te breken met onze eigen vanzelfsprekendheden, onze eigen gewoontes en improvisaties.
            Onkundig omgaan met het kind verergert zijn aandoening. 

             Wat helpt ons om bewuster om te gaan met het kind:
1.     Ken het kind.

2.    Begrijp het kind en zijn aandoening.

3.   Vang het kind op in alle rust, met aandacht, geduld en liefde.
(Oprechte, onvoorwaardelijke vriendelijkheid en respect voor het kind verlaagt angst, irritatie en stress. Zo laten wij het kind ook zien en voelen wat wijzelf van hem verlangen, wat wij zelf fijn vinden.)

4.   Sluit aan bij het kind wanneer u hem op weg helpt om aan uw wensen   te voldoen.
(Gebruik uw kennis en inzicht met betrekking tot  het kind en zijn aandoening om optimaal te kunnen  handelen.)

5.    Probeer meer aan het kind te geven dan wat u van hem verlangt.
(Laat het kind winnen door meer liefde te krijgen, dan het zelf moet geven)

6.    Kijk en luister naar het kind.
(Probeer te begrijpen wat het kind u vertelt)

7.    Pas uw handelen aan de veranderingen die u waarneemt bij het kind.
(Soms neemt u het kind mee naar een hoger ontwikkelingsniveau, soms stopt u ook even, soms gaat u mee terug naar een vorig niveau)

N.b. Zie ook: “Liefdetherapie” en “Straf” Child Support

Child Support Psycholoog
2095 pageviews

maandag 6 januari 2014

Gelezen



Maternal support in early childhood predicts larger hippocampal volumes at school age
Joan L. Luby, Deanna M. Barch, Andy Belden, Michael S. Gaffrey, Rebecca Tillman, Casey Babb, Tomoyuki Nishino, Hideo Suzuki, and Kelly N. Botteron
PNAS


Family hardship, family instability, and cognitive development. Long-term poverty but not family instability affects children´s cognitive development
Ingrid Schoon, Elizabeth Jones, Helen Cheng, Barbara Maughan
Journal of Epidemiology and Community Health


The Effects of Poverty on Childhood Brain Development. The Mediating Effect of Caregiving and Stressful Life Events
Joan Luby, MD; Andy Belden, PhD; Kelly Botteron, MD; Natasha Marrus, MD, PhD; Michael P. Harms, PhD;Casey Babb, BA; Tomoyuki Nishino, MS; Deanna Barch, PhD
PNAS


Early childhood poverty, immune-mediated disease processes, and adult productivityKathleen M. Ziol-Guest, Greg J. Duncan, Ariel Kalil, and W. Thomas Boyce
PNAS


Toward a new biology of social adversity
W. Thomas Boyce, Marla B. Sokolowski and Gene E. Robinson
PNAS


Higher social class predicts increased unethical behavior
Paul K. Piff, Daniel M. Stancato, Stéphane Cotê, Rodolfo Mendonza-Denton and Dacher Keltner
PNAS

                                                    1835 pageviews