vrijdag 17 maart 2017

Moeder zijn - 2




(2 van 3)
Terug in Amsterdam sloegen de andere kinderen hem op school. Hij werd uitgelachen en uitgedaagd. Toen begon hij te vechten. Maar verder, bij volwassenen, legt hij zich erbij neer als hij slecht behandeld wordt en hij wordt ook slecht behandeld.
In het begin kenden wij hier de mensen niet. Deze mensen zijn agressief. Wij wonen in XXXX, en dat is ver weg van zijn school. Hij doet nu vmbo-praktijk. Soms komt hij te laat aan. Vorig jaar belde de school mij met klachten over zijn slechte gedrag. Hij kwam te laat op school en moest van een leraar ergens gaan zitten. Hij zei nee. In de klas doet hij dan niets, praat niet of staat op en gaat naar de wc.
Zij behandelen de kinderen slecht. ´Eh, je neemt je hoed af, doe dat, …´. Zij doen niet aardig tegen de kinderen, tonen geen respect. Zij zijn autoritair, agressief. Hij accepteert dat niet. 
Hij vertelt, dat zij hem niets vragen, niet met hem praten, hem niet laten uitspreken. 
Hij vertelt, dat als ´ik te laat ben, is dat omdat ik de wekker niet heb gehoord, maar zij laten mij niet uitspreken.´
De maatschappelijk werkster van school zegt tegen mij dat mijn kind zich niet goed voelt bij mij thuis. Zij zijn respectloos, zij beledigen je. 
De meester vroeg om hulp voor mijn kind. In juni zijn wij naar een psychologe gegaan. 
De eerste keer vond hij dat al niet leuk.
Thuis als hij iets wil en het niet mag, wordt hij ook boos. Hij praat dan dagenlang niet. 
De laatste tijd breekt hij dingen. Hij gaat naar zijn kamer en breekt zijn eigen spullen. 
Hij doet dit niet als ik erbij ben. 
Hij sluit zich af thuis, gaat naar zijn kamer en blijft daar. Hij houdt er niet van dat anderen tegen hem zeggen wat hij moet doen. Bijvoorbeeld ´was je bord af. ´ Doet alleen wat hij wil, wanneer hij het wil. Nu accepteert hij meer dan vroeger.
Vanaf zijn 13e komt hij altijd laat thuis. In de zomer om 21 of 22 uur. Hij vertelt, dat hij bij zijn vrienden in de buurt is. Zij praten en spelen voetbal.
Ik vertel hem steeds dat hij niet zo laat thuis mag komen, dat het niet goed is voor hem. 
Hij luistert niet. Hij doet niet wat ik hem vraag.
Mijn zoon wordt door deze mensen slecht behandeld, zonder genegenheid. De kinderen worden mishandeld. Ze vragen ook de kinderen niet door te zetten, zij geloven niet in de kinderen. 
Zij ontmoedigen de kinderen, vertellen dat zij het niet kunnen, dat het beter is om op te geven, iets minder moeilijk te doen. Ik wil dat hij C en B scoort, maar dat het hoeft niet van school. 
Het kind gelooft steeds minder in zichzelf, geeft het op, legt zich erbij neer en doet niets. 
Zij helpen de kinderen de put in. Hij wil later, na 5 jaar school, in een sportwinkel gaan werken. Maar nee, zij vertellen hem dat het beter is dat hij het zoekt in een supermarkt.
De school heeft mij gevraagd om papieren te tekenen voor extra begeleiding van mijn zoon. Als ik het niet doe, zeggen zij dat ik mijn kind niet help. De school zegt dat hij een keer per week hulp krijgt. Als ik het hem vraag, zegt hij van niet.
Ook op de basisschool vertelden zij dat mijn zoon extra begeleiding kreeg. Maar het werd niet beter en hij moest toch naar het speciaal onderwijs.
Ik probeer te volgen wat hij doet op school en hem te helpen, maar ik krijg geen steun van school en hij is nu niet meer gemotiveerd. Hij krijgt nooit huiswerk en leert nooit iets voor school. Na 3 uur ´s middags heeft hij niets te doen. Wat moet er van hem worden?
Zij bepalen de toekomst van de kinderen zoals ze willen. Vertellen de kinderen dat het hun niet zal lukken. De kinderen worden verdrietig en geven het op. Zij helpen de kinderen de put in. Het is een cultuur van valsheid, van hypocrisie. We weten niet met wie we te maken hebben.


16.378 Views