Een 15-jarige
jongen is drie jaar geleden begonnen in het voortgezet onderwijs, op de Havo.
Een skater, een open mind. Zijn redeneervermogen
is heel sterk, evenals zijn woordenschat.
Leert hij (minimaal) voor school, dan
haalt hij, met heel weinig moeite, heel hoge cijfers. Alleen, het onderwijssysteem
en de docenten boeien hem niet en hij doet meestal niets. Hij zit nu met een
rugzak op het vmbo-t. Amsterdam zit vol met dit soort fantastische adolescenten,
die hun school niet of op een heel laag niveau afmaken. Hij en zijn ouders hebben, met veel vallen en opstaan, redelijk adequate aanpassingstrategieën ontwikkeld om om te kunnen
gaan met ODD en ADHD. Hij kan zichzelf redelijk
goed sturing geven. De symptomen zijn meestal
mild. Toch willen hij en zijn ouders hulp om te vermijden dat het nog slechter zal
gaan op school met zijn prestaties en hij dan helemaal zal afhaken.
Bij een
van de eerste sessies zijn wij gaan kijken hoe ik hem kan motiveren. Misschien
door het vergroten van zijn inzicht, hem bewuster maken?
Wij
bespreken wat er op het bord staat. Van segregatie weet hij niet wat het
betekent, hij heeft ook moeite om het goed uit te spreken.
Dan
praten wij even over het basisonderwijs en selectie. Daarover heeft hij veel te
vertellen.
We gaan snel naar het voortgezet onderwijs en segregatie en vervolgens
naar sociale uitsluiting.
De verschillende groepen in de samenleving met
verschillende onderwijsniveaus en inkomens.
-Dan naar de kinderen van deze
ouders en hun kansen in het basisonderwijs.
Hebben
alle kinderen dezelfde kansen bij de selectie in het basisonderwijs? Hij heeft
het redeneren al in eigen hand genomen, hij denkt snel, hij overziet het,
formuleert het perfect. Zijn eigen ervaringen en zijn sterke cognitieve en sociale
ontwikkeling geven hem vleugels. Wauw!