Kinderen in het speciaal basis- en voortgezet
onderwijs, cluster 4 en 3, zijn daar
geplaatst, omdat zij lijden aan een of meer (psychische) gezondheidsaandoeningen, waarvoor zij niet effectief behandeld
werden. In 2013/2014 waren het 50
duizend kinderen. In 2008/2009 waren het nog 22 duizend.
Na dure en lange administratieve procedures,
meestal tegen de zin van de ouders, zijn deze kinderen in het speciaal
onderwijs geplaatst, omdat het de GGZ-instellingen en het regulier onderwijs
niet gelukt is hen succesvol te helpen.
Te verwachten zou zijn, bijvoorbeeld, dat in
het speciaal onderwijs deze kinderen na maximaal 2 jaar van kwalitatieve en
intensieve top-behandeling, in het regulier onderwijs terug geplaatst zouden kunnen
worden. Noch het een noch het ander gebeurt. Voor de overgrote meerderheid van
deze kinderen is het speciaal onderwijs het eindstation.
Door het falen van het beleid en de voorzieningen
zullen deze kinderen hun leven
geruïneerd zien.
Niet alleen deze kinderen, maar ook de
samenleving als geheel lijdt onder deze vormen van verwaarlozing en
mishandeling.
Bron: CBS