woensdag 31 december 2014

Twintig dagen Jeugdzorg


Een alleenstaande moeder en haar jongen van 13 jaar

Geanonimiseerde document
Namen zijn door fictieve namen vervangen (pseudonimiseren)
Met toestemming van de auteur

“Dag 1
De deurwaarder komt bij Sarah thuis. Zij moeten het huis van J., vriend van Sarah, leeghalen. Sarah krijgt 10 minuten de tijd om wat spullen te pakken. Zij raakt in paniek en maakt zich onmiddellijk zorgen om haar zoontje Max van 13 jaar. Zij is samen met Max naar de politie gegaan en die vertellen haar dat ze minimaal 3 maanden in het huis had mogen zitten en de deurwaarder mocht op dat moment niet haar spullen maar die van J., vriend en huurder, weghalen. Na 6 uur wachten schakelt de politie de GGD in. Zij bieden haar een hotelovernachting en een enkeltje - - -! Sarah verblijft een nachtje in een 2 sterren hotelkamertje zonder ramen! Zij is ook door de politie doorverwezen naar de Mentrum kliniek omdat zij op dat moment in de war was van het hele gebeuren. Bij de kliniek heeft zij met een therapeut gesproken en die heeft verklaard dat Sarah verder niks mankeert. Ook was daar S. (medewerker van de jeugdzorg/BJAA) aanwezig. S. neemt Max apart en verteld dat zij plek alleen voor hem heeft en wilt weten hoe hij het zou vinden om zonder zijn moeder te zijn.
Sarah verblijft samen met Max tijdelijk in een hotel en vervolgens worden zij door Anmiek opgevangen. Zij krijgen een eigen kamer in een zeer verzorgde en warme huis. Max kan het goed vinden met Anne (dochtertje van Anmiek).

Dag 5
Sarah doet aangifte tegen ex-partner J.. Zij is toen doorverwezen naar de zedenpolitie. Zij kunnen haar niet helpen. De volgende dag is Sarah samen met Anmiek naar de GGD gegaan. Medewerker P. zegt heel bot “wij hebben al een ticket naar - - - aangeboden”.
Sarah belt met de kinderpsycholoog en mag daar de volgende dag samen met Max terecht. Psycholoog neemt direct actie na het horen van de gebeurtenis. Hij belt met verschillende instanties, waaronder de DWI voor een tijdelijk inkomen. Hij maakt een afspraak bij de DWI. Sarah gaat er naar toe maar kan zich volgens de medewerker niet inschrijven door het ontbreken van een verblijfsvergunning.
Sarah gaat weer naar de politie maar die konden niets voor haar doen. Zij wordt doorverwezen naar de Roggeveen opvanghuis. Anmiek vraagt aan agent of hij zou kunnen bellen om zo beter te worden geholpen. Hij maakt een afspraak en Sarah gaat er naartoe. Roggeveen heeft ook geen plek voor moeder en zoon. Zij verwijzen haar naar Bureau van plaatsing. Ook daar wordt zij afgewezen en doorverwezen naar Steunpunt huis. Bij dit laatste adres spreekt zij met R. die veel tijd neemt en begrip toont. Helaas kon hij niet helpen en verwijst haar door naar Blijfgroep Ambulant. Hier spreekt zij K. die een afspraak maakt met L.. L. toont wijnig interesse en medelijden, wel vult zij een vragenlijst in en vraagt ze Sarah over haar jeugd en ouders die zij niet heeft. Sarah ervaart dit als zeer emotioneel. L. verwijst Sarah naar de Timon opvang en leefkringhuis. Zij gaat er direct naartoe, maar ook hier hebben ze geen plek. Sarah belt met het vangnet van de GGD, maar zij kunnen haar nog steeds niet helpen.

Dag 8
Sarah heeft een afspraak met S. van de jeugdzorg. Zij ondervraagt haar over haar inkomen, Sarah maakt haar duidelijk dat ze afhankelijk is geweest van haar vriend en nu eerst een verblijfsvergunning moet hebben om te kunnen werken. S. belt met de IND en zij zeggen dat Sarah’s aanvraag voor duurzaam verblijf is afgewezen.
Sarah en Anmiek blijven de lijst met alle opvanghuizen afbellen waaronder; Timon huis, Instroomhuis, Theresahuis, Blijf van mijn lijf huis, Stoelenproject, Janahuis, Eliashuis en Rosaburg crisisopvang.  Zij krijgen bij de Blijfgroep even hoop en gaan hier op afspraak naartoe. Medewerker I. vertelt dat zij plek hebben in Antwerpen! Zoon gaat in Amsterdam al 5 jaar naar school en Sarah heeft alleen mijn financiële steun en onderdak bij Anmiek. Dit zal in België erg lastig worden. Sarah gaat naar Janahuis en spreekt daar met J. en S., zij geven aan dat Max te oud is en alleen verblijf kunnen bieden aan moeder met een jonge kind.

Dag 13
Sarah zoekt een advocaat en die vindt zij. Inmiddels is L. (gezinsmanager/BJAA) terug van vakantie en neemt contact op met Sarah. Zij weet wat er is gebeurd en wilt Sarah helpen. Zij spreken de volgende dag af en Sarah vertelt L. over de opvanghuizen. L. gaat met Sarah samen naar de leefkringhuis. Hier kunen zij Sarah wederom niet helpen.

Dag 15
 L. gaat samen met Sarah naar de advocaat.

Dag 16
Ik kom bij Sarah om wat papieren waaronder de aanvraag voor een verblijfsvergunning door te nemen. Om 19:30 bonkt de Politie samen met BJAA aan de deur. Anmiek opent de deur en zij stormen naar binnen, zonder het overhandigen van een machtiging. Zij zeggen dat ze Max komen halen en Anmiek vraagt om een beschikking van de kinderrechter, maar de agent overhandigt een machtiging van de officier van Justitie. Max en Anne (10 jaar) raken in paniek en Max rent naar zijn kamer. Ik ga naar hem toe en probeer hem te kalmeren. Dit was verschrikkelijk. Ik deed mijn best om hem te bedaren, vervolgens verstopt hij zich in de kast want hij wil niet mee. Sarah is omsingeld door minstens 8 agenten en rent naar de kamer om bij Max te zijn. Zij ziet hem niet en wilt uit het raam kijken, op dat moment springen drie agenten op haar. Ik zie hoe Sarah door deze agenten met haar hoofd op het bedrand wordt gesmeten en zeer hardhandig in bedwang word gehouden. Een agent pakt haar arm terwijl zijn collega de andere arm pakt en met zijn knie keihard in haar rug duwt om de boeien om te doen. Dit zie ik gebeuren en haal op dat moment Max onmiddelijk uit de kamer terwijl 2 andere agenten onwetend stonden toe te kijken. Vervolgens loop ik snel terug in de kamer en hoor Sarah huilen om haar zoontje en zegt tegen de agenten, die duidelijk niet weten hoe te handelen, dat het pijn doet. De agent zegt tegen Sarah dat zij zich rustig moet houden anders gebruikt hij een elektrische shock en dat zal nog meer pijn doen. Ik ga snel tussen de agent en haar in en houdt haar rustig en begreep niet waarom de agenten haar op de grond hielden met zoveel geweld en met duidelijk te strakke handboeien om. Ik zeg tegen de agent dat ze pijn heeft en in paniek is omdat ze haar zoon niet ziet. Ik word hardhandig de kamer uitgeduwd en achter mij werd de deur dicht gesmeten. Ik ga snel naar Max toe en geloof niet hoeveel agenten inmiddels in de huiskamer en gang staan. Ik tel daarom de agenten, dit zijn er op zijn minst 8! Max is in paniek en schreeuwt naar de politie dat hij bij zijn moeder wilt maar dit mag niet en de agent legt uit dat zij hem voor een dagje mee moeten nemen en de volgende dag weer terug mag. Max houdt me stevig vast en huilt, ik vraag nogmaals aan de agenten of het kind even bij zijn moeder mag. Dit is niet de manier. Moeder is duidelijk in paniek omdat zij niet weet wat er aan de hand is. BJAA heeft moeder niet verteld dat zij het kind komen halen. Max mag niet bij zijn moeder. Hij houdt mij stevig vast en huilt hevig, op dat moment komen 4 medewerkers van de BJAA en Max herkent L. van BJAA(Voogd). Hij wordt ineens zo ontzettend kwaad en wijst naar haar en schreeuwt; “jij, jij hebt dit gedaan! Jij wilt mij bij mijn moeder weghalen. Ik wil bij mijn moeder blijven. Zij is een goede moeder. Waarom doe jij ons dit aan?” Ik houdt Max stevig vast en zeg dat het goed komt. Ik probeer hem rustig te houden en ik zeg dat ik bij zijn moeder zal blijven tot dat we dit hebben opgelost. Hij vraagt me huilend of ik bij zijn moeder kan blijven. Ik moest wat spullen voor Max pakken, maar mocht de kamer niet in. Vervolgens gaat een agent mee naar binnen en op dat moment zie ik hoe hardhandig inmiddels 5 agenten met Sarah bezig zijn. Ik hoor haar schreeuwen ‘dit doet pijn, hou op’. Ik probeer dit te filmen maar wordt de kamer uit geduwd. Ik probeer naar binnen te gaan omdat ik duidelijk zag dat het volkomen zinloos was wat de agenten deden. Ik zag jonge agenten die in paniek waren en duidelijk niet wisten wat ze met de situatie aan moesten. Inmiddels is het 20:55 en zoon wordt meegenomen. Ik geef hem mijn e-mailadres en telefoon mee. De agenten nemen moeder mee naar de gang en zij roept naar Max en vraagt waar hij is en wat er met hem gaat gebeuren. De agenten sleuren Sarah over de trap en ik loop achter hun aan met haar schoenen in mijn handen. Ik zie dat haar voeten de treden niet raken en hoe zij hardhandig naar beneden wordt gesleurd. Eenmaal buiten zie ik dat Max op straat staat terwijl hij zijn moeder roept en de agenten smeekt haar los te laten. Sarah roept Max en word ondertussen in het busje gesmeten. Zij mocht niet op de stoel zitten, maar werd met haar hoofd op de grond gehouden tot ze het politiebureau bereikten. Max wordt door twee agenten vastgehouden terwijl hij naar zijn moeder schreeuwt. Dit was een verschrikkelijke optreden. Ik vraag aan de agenten en medewerkers van de  jeugdzorg of dit normaal is wat zij doen en waarom het kind hier nog is als de moeder 10 minuten later pas naar buiten wordt gebracht. Zij antwoordde ‘dit hadden wij ook niet zo gepland’. Ik vraag aan een motoragent of ik met Sarah mee mag en hij antwoordt bijdehand ‘wij zijn geen taxibedrijf’. Ik ga terug naar binnen en zie hoe Anne nog in paniek is. Ik probeer haar te bedaren. Ondertussen belt Anmiek met haar psycholoog. Ik probeer er achter te komen waar Sarah naar toe is gebracht, maar telefonisch krijg ik niks door. De psycholoog belt het bureau en weet waar zij zit. Ik ga er onmiddellijk heen. Hier moet ik uren wachten. Agent vertelt mij dat er nu een GGD medewerker met haar praat om haar vervolgens door te verwijzen naar de Mentrum, waar zij zal moeten overnachten. Ik zie dat ze Sarah in een auto zetten en loop er achter aan. Sarah zit daar hulpeloos en probeer haar gerust te stellen. Zij wordt naar het Mentrum gebracht, dit is achter het politiebureau. Ik mag bij het gesprek aanwezig zijn en ontmoet voor het eerst die avond een behulpzame en begripvolle hulpverlener! Daarna wacht ik in een kamertje en Sarah komt binnen. Het doet me vreselijk veel pijn als ik daar aan terugdenk. Zag een aangeslagen en hulpeloze moeder die geen idee had wat er met haar gebeurt en erger nog, geen idee heeft van wat er nu met haar zoontje gebeurt. De psychiater gaat met ons zitten en ik vertel wat er is gebeurd. Zij stelt wat vragen aan Sarah en ik vertaal het in wat makkelijk Nederlands voor haar. Sarah heeft op dat moment heel veel pijn en kan moeilijk zitten. Zij laat haar opgezwollen, verwonde polsen en de blauwe plekken op haar rug, arm en benen zien. Ze wil weten wat er met Max gaat gebeuren, wil weten of er goed voor hem word gezorgd. Ze is aangeslagen. De psychiater legt uit dat de politie wil dat Sarah bij hun blijft maar dat zij een hulpeloze moeder ziet die duidelijk paniek is omdat haar zoon met geweld bij haar is weggehaald en vindt dat Sarah lekker naar huis moet gaan. Ze geeft haar Oxazepam en een slaappil mee. Ik maak een vervolgafspraak voor Sarah. Wij komen rond 01:00 uur thuis.
De daarop volgende dagen heeft Sarah nauwelijks geslapen, heeft veel pijn en continue nachtmerries gehad. Zij heeft geen eetlust en is 3 keer op straat flauwgevallen. Ze heeft zich meerdere keren duizelig gevoeld bij mij, maar ik greep direct in. Zij ziet zwart voor de ogen, heeft barstende hoofdpijn en voelt zich erg duizelig. Ik ga samen met Sarah naar de dokter en die heeft naar de verwondingen gekeken en verslag gemaakt. Na 4 dagen mag Sarah haar zoontje eindelijk spreken. Max vertelt dat de agent tegen hem heeft gelogen en dat hij dus langer weg moet blijven. Hij zegt dat hij het vreselijk vind en niet kan slapen en nachtmerries heeft. Hij is bang. Op een andere avond belde hij vanuit een ander tehuis verdrietig op en vraagt zijn moeder of ze hem komt halen. Hij word boos als Sarah uitlegt dat dit nu niet kan.
Sarah gaat samen met mij naar de BJAA, daar hebben wij een afspraak betreft de bezoekregeling. De voogd oogt onervaren en moet bij elke vraag een aantekening maken om dit te controleren bij haar managers. Ik vraag haar of Sarah een vergoeding kan krijgen om een jas voor Max te kopen omdat zijn jas bij de deurwaarder ligt, voogd geeft aan dit aan te vragen. Tot op heden is zij er niet op terug gekomen en zit Max zonder jas. Ik geef aan dat Max gezien moet worden door zijn psycholoog en ook dit moest zij controleren met haar managers, wat vervolgens werd geweigerd. In augustus heeft Anmiek de eerste afspraak gemaakt voor Max bij de psycholoog en heeft dit aan dit aan de voogd gezegd. Voogd zegt op dat moment dat dit niet nodig is omdat zij Max´s aangewezen psycholoog is.  Ik vind dat Max niet te lang mag wachten met praten en heb hem geadviseerd om zo veel mogelijk van zich af te schrijven. Dit doet hij elke dag. Sarah maakt zich zorgen om haar zoon die inmiddels naar 4 verschillende tehuizen gaat. De een erger dan de ander. Max vind dit verschrikkelijk. Dit moet volgens de BJAA omdat er in het weekend op het doordeweeks tehuis een agressieve jongen logeert. Max geeft aan dat er 6 kinderen bij hem in het huis zitten die veel ouder zijn en met gedragsproblemen! Zijn al een aantal gevechten geweest en een meisje van 16 is door het geweld weggelopen! Sarah maakt zich hier erg veel zorgen om.

Sarah krijgt het rapport van de BJAA en is zwaar gechoqueerd en beledigd over de inhoud. Er staan veel leugens in die gebaseerd zijn op vermoedens. Het rapport is onbetrouwbaar! En de rechter gelooft het woord van de professional eerder dan het woord van de moeder! Er wordt in het verslag geen enkele bron van hun informatie genoemd. Buiten Sarah’s controle heeft een onervaren voogd die pas 3 maandjes werkzaam is bij BJAA vermoedens ingezameld, die niet kloppen, maar wel de aanleiding zijn voor een rechter om haar zoon weg te halen. “


5686 Views









zondag 28 december 2014

Gemeentelijke jeugdgezondheidszorg


Naar aanleindg van de voorlichtingsbijeenkomst van de gemeente Amsterdam op 10 december 2014, waar mevrouw Simone Kukenheim (*), wethouder Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Stadsdeel Oost  een toespraak heeft gehouden, heb ik vijf vragen schriftelijk  ingediend.
De vragen luiden:

1.    De gemeenschappen zijn zeer ontevreden over de Jeugdzorg, de GGZ en het onderwijs, die volledig geïsoleerd staan van de gemeenschappen en geen kwaliteit kunnen bieden.
Er zijn permanent klachten van onderdrukte burgers over die instellingen. Er zijn permanent klachten van onderdrukte moeders, die zien hoe hun kinderen institutioneel getraumatiseerd, verwaarloosd en mishandeld worden. Dat zijn geen incidenten, meer een modus vivendi. Klagen hierover heeft geen zin. Deze particuliere, marktgerichte organisaties zijn almachtig.
Vraag 1: Bent u van plan een onafhankelijke onderzoekscommissie van ouders in te stellen, die bij hun gemeenschappen inventariseren welke schade zij lijden door dergelijke organisaties?

2.    Al meer dan 30 jaar gebeurt er niets anders in het Amsterdamse onderwijs dan privatisering, verfijnen van selectie en bureaucratisering. Onderwijsinnovatie en integratie van de school in de gemeenschap is geheel verdwenen.
Vraag 2: Bent u van plan de school en het onderwijs weer open te stellen voor de gemeenschap van burgers?

3.    Het is opzettelijke manipulatie, bedoeld om de burgers te misleiden, wanneer beweerd wordt dat: “Ongeveer 5% van de jongeren in Nederland een ernstige psychische stoornis heeft.”
Wat een wetenschappelijk feit is, is dat circa 25 % van de kinderen en adolescenten lijden aan een of meer te diagnosticeren psychische stoornissen. Dat wil zeggen: het kind lijdt aan een ernstige gezondheidsaandoening. Dat de overgrote meerderheid van deze kinderen nooit gediagnosticeerd of behandeld wordt, is ook een wetenschappelijk feit.
Dat in de diagnostische praktijk de diagnose van een psychische stoornis gespecificeerd kan worden in licht, matig en ernstig, doet hier niet ter zake. In alle drie gevallen gaat het om een psychische stoornis, een ernstige gezondheidsaandoening, die wanneer deze niet behandeld wordt, kan leiden tot ernstige belemmeringen, beperkingen en schade, levenslang.
Wanneer circa 25% van de schoolgaande kinderen hoofdluis of griep zou hebben, zou u hoogwaarschijnlijk komen met een crisisplan. Terecht!
Als het gaat om psychische stoornissen, oftewel ernstige gezondheidsaandoeningen, komt u met een plan om de kwaliteit van wat al slecht was nog slechter te maken en de toegang verder te belemmeren. I’is a profound mystery!

Vraag  3a: Heeft u een plan om de huidige gezondheidscrisis van de Amsterdamse kinderen op te lossen?
Vraag 3b: Handhaaft u het plan om de jeugd psychische gezondheidszorg verder te bureaucratiseren, te verslechteren en de toegang nog meer te beperken?

4.    De meerderheid van de Amsterdamse kinderen kent hun stad niet. Hun blikveld gaat niet veel verder dan hun appartement, schooltje, voetbalveld en de winkel ernaast.
Child Support wil graag kinderen en hun ouders ontvangen in een grachtenpand aan de grachtengordel en laten zien dat Amsterdam veel heeft, dat positief en inspirerend werkt. Geen depressieve ruimtes graag. Is dat een zonde?
Vraag 4: Gaat u zich werkelijk ook bemoeien met waar wij onze patiënten ontvangen, aan de grachtengordel of naast de markt?

5.    Psychische gezondheidszorg, in het bijzonder de geïndustrialiseerde zorg, is slecht voor de gemeenschappen en de burgers. U kiest ervoor deze in stand te houden en te versterken ten koste van de vrijheid van de burgers en de gezondheid van hun kinderen. Child Support kiest voor barmhartigheid en kwaliteit.

Vraag 5: Bent u van plan barmhartigheid en kwaliteit in de psychische gezondheidszorg actief te promoten?




5655 Views


Als de omgeving toxisch is, helpt de sportschool?



Je voelt je niet zomaar ziek, je wordt niet zomaar ziek. Buikpijn krijg je niet zomaar. Wij vragen ons af, misschien heb ik iets gegeten of gedronken, gedaan of   gevoeld in mijn omgeving, dat mij heeft ziek gemaakt.
Ziek zijn of worden is een reactie van ons lichaam (onze hersenen daarbij inbegrepen) op onze sociale en natuurlijke omgeving. Als die omgeving toxisch is, maakt die ons ziek. Dat heeft betrekking op (zo goed als) alle ziektes; op de zogenaamde lichamelijke en op de psychische ziektes.
Je wordt niet zo maar ziek. Wij worden ziek van iets. Je wordt ziek gemaakt. “Je /het maakt mij ziek”, volgens de volkswijsheid.

Helpt het voetbalveld, gamen , feesten of de sportschool? Ja, ... nee, niet echt. Wat helpt is liefde, bescherming, genegenheid, barmhartigheid. Dat is wat ouders geven wanneer het kind ziek is, naast wat medicatie. Dat is dan wat helpt.


5655 Views

zaterdag 20 december 2014

Angst en dwangmatig gedrag



Het irriteert me mateloos. In het begin vond ik het raar. Als hij wegging van huis moest hij nog een paar keer van alles controleren. Hij ging terug om de kranen, het gas, de ramen, .. te controleren. Waarom vertoont hij altijd dat dwangmatige gedrag?
Dwanggedachten worden veroorzaakt door  zorgen, angst. Dat ontstaat in je hoofd, angst.
Heb ik dat gedaan? Oh, als ik dat wel/niet heb gedaan, dan kan dat (bedreigende, beangstigende situatie) gebeuren. Je wordt zo bezorgd, zo angstig, bijna panisch, dat je teruggaat om iets of van alles voor de zoveelste keer te controleren of ongedaan te maken, “tot het goed voelt”.
Het is angst dus. Niet veel anders dan die voor spinnen, vliegen of water bij een klein kind.
Behandeling daarvan wordt gekenmerkt door twee componenten:
  •  onze gedachten veranderen (is het realistisch banger te  zijn om te vliegen dan om de straat over te steken in een drukke stad?) en 
  • leren omgaan met die specifieke angst, of wel de angst uit te dagen en te overwinnen. Zoals het kind beetje voor beetje, iedere keer dichter bij het water komt, afgeleid van zijn angst, tot het steeds meer durft en het zelfs uiteindelijk leuk gaat vinden.

5602 Views

vrijdag 12 december 2014

Kinderen en adolescenten verkeren vaak in crisissituaties


Een langdurig en bijna dagelijks patroon van prikkelbaar, uitdagend en agressief gedrag, doelloos gedrag (rond hangen, niets doen op school en thuis) en depressieve stemming (eet- en slaapproblemen, weinig energie, gering gevoel van eigenwaarde, gevoelens van hopeloosheid), zijn samen of alleen een ernstige bedreiging voor kind en adolescent en zijn omgeving, en vereisen spoedinterventie. Er is een patroon van zich vaak herhalende crisissituaties, waarvoor acute en intensieve hulp nodig is om de ernstige gezondheidsbedreigingen te stabiliseren en agressie te verhinderen.
Een voorbeeld hiervan zijn kinderen of adolescenten, die vaak (bijna grensloze) agressieve uitbarstingen hebben of niets doen, niet meer communiceren, rond hangen, een ontregeld dagritme hebben en amper thuis zijn, en dan meestal in hun kamer.
Een spoedeisende interventie gaat uit van symptomen of klinische problemen, die snel gestabiliseerd en teruggedrongen moeten worden. Een uitgebreide anamnese, diagnostiek en rapportage kan later plaats vinden als stabilisatie van de crisissituatie gaande is.
Opvang, stabilisatie en behandeling in een crisissituatie richten zich op:
1.     drastisch verminderen van de toxische stress in de sociale omgeving van kind en adolescent,
2.    stabilisatie van de achteruitgang in vertrouwen (plezier beleven, zich veilig en geliefd voelen, empathie en zinvol bestaan),
3.    terugdringen van risicovol gedrag.

Spoedeisende interventie in crisissituaties kan in een ambulante setting gedaan worden, wetend dat een enorm beroep gedaan wordt op ouders:
1.     beschikbaarheid,
2.    moed,
3.    onbegrensde, onvoorwaardelijke liefde en
4.    incasseringsvermogen van ouders.

De gezondheid van kind of adolescent en het slagen van de crisisinterventie zijn grotendeels afhankelijk van de ouders. Voor de behandelend psycholoog betekent dat zeer intensieve, beschermende en sterk empathische ondersteuning van ouders. Wanneer ouders niet (meer) in staat zijn om het kind of de adolescent te behandelen in de crisissituatie, is een bijna uitzichtloze situatie ontstaan, onafhankelijk van de setting waarin behandeling plaatsvindt.

Na opvang, stabilisatie en eerste behandeling van een kind of adolescent in een crisissituatie, kan alle aandacht gericht worden op het diagnostisch proces en het verder behandelen van de psychische stoornis(sen). Vaak wordt hieraan weinig aandacht gegeven of is die aandacht van korte duur. Immers, de crisis is veel minder ernstig geworden of opgelost. Het probleem is wel, dat de gezondheidsaandoeningen (de psychische stoornissen), die ter grondslag liggen aan de crisis, maar ook aan de pathologische transformaties in het voelen, denken en doen van kind of adolescent, nog niet behandeld zijn.


5552 Views

dinsdag 9 december 2014

Behandeling van psychische stoornissen (DSM-5e)

Door praten, lezen, denken, zien en doen veranderen wij wat wij voelen, denken en doen. Wij veranderen dus onze hersenen, het belangrijkste orgaan, dat tevens het hele lichaam stuurt. Zo kunnen wij de achterliggende wetenschappelijke principes van de meeste behandelprogramma’s en -strategieën in psychologie en psychiatrie beschrijven. Behandelen is gezonde veranderingen in onze hersenen tot stand brengen.

5523 Views 

dinsdag 2 december 2014

Dr. Gabor Maté


Niets is genetisch voorgeprogrammeerd. De meeste ziektes, zoals kanker, hart- en vaatziektes, diabetes en psychische stoornissen, zijn niet genetisch voorgeprogrammeerd.” 

(zie ook You Tube)

5491 Views