maandag 30 juni 2014

Cynisme?



Waarom voetballer?
Ik kan niet zingen of dansen.
Veel jongens geven bij de Zin Aanvul Test (ZAT) als wens aan voetballer te willen worden. Wat hun voorgeschoteld wordt door de media, doet hun dat zien als een uitweg na falen op school.

Een 11- jarig meisje vroeg zich boos af, in een gesprek met de psycholoog: “Moet ik vier jaar op school zitten om te leren schoonmaken?” Maar andere kwalitatieve keuzes worden haar niet gegund, al mag zij later, op het “Podium voor talent” gaan staan en na minder dan 2 jaar onderwijs en even veel stage, gaan “werken met groepen kinderen en jongeren met psychische, sociale of gedragsproblemen” en “bijdragen aan hun persoonlijke ontwikkeling” (Bron: carrièretijger). 

4254 Views

vrijdag 27 juni 2014

Jan Evertsenstraat



Vrijdagochtend, 9 uur, Jan Evertsenstraat. Circa 25 kinderen van 7 en 8 jaar lopen op de stoep. Zij vallen op omdat de kleine meisjes naast elkaar lopen, allemaal met een hoofddoek, de jongens er achter, naast een jonge man in een lang gewaad. De armoedige, wat versleten kleren van de kleine kinderen vallen op. Dat surrealistische beeld doet denken aan de Bijlmer, de caissières van de supermarkten, etc. Deze kinderen, in het ghetto geboren en gebleven, zonder toegang tot emancipatorische kennis en inzichten, bevinden zich nu al, net als hun ouders en voorouders, aan het eind van de voedselketen. Een zeer stressvolle en ongezonde plaats.



4090 Views


maandag 23 juni 2014

ADHD. Niet op school, maar toch wel



Het komt vaak voor dat jonge kinderen van 7 of 8 jaar niet opvallend druk of bewegelijk zijn op school, wel slecht presteren (lager dan B), maar thuis, bij vrienden of bij de psycholoog, bijvoorbeeld, heel erg druk en bewegelijk zijn.
School vindt dat heel merkwaardig, daar men gewend is dat kinderen met ADHD juist op school heel druk zijn.
Veel kinderen kunnen de symptomen redelijk onderdrukken onder bepaalde omstandigheden, maar doen toch heel weinig in de klas. Al is het duidelijk, dat het “slimme” kinderen zijn (die dus een goede cognitieve ontwikkeling hebben doorgemaakt), het zich eigen maken van de basiskennis en automatismen van bijvoorbeeld technisch lezen, spelling en rekenen, levert veel problemen op. Het kind dreigt zijn onderwijs te gaan missen.
Vaak valt het kind toch op en heeft de leerkracht hem alleen gezet of bij een heel rustig kind. Het kind is dan wat rustiger, maar de prestaties zijn niet beter geworden.
Het is ook niet zo dat het hyperactieve kind reageert op alles wat er in zijn omgeving gebeurt. Het zijn niet de prikkels, die de symptomen veroorzaken. Het afzonderen van het kind komt dan ook vaak over als een onvriendelijke strafmaatregel en heeft ook geen positief effect.

Genieten
Een kind met ADHD verlangt sterk naar en geniet sterk van sociale communicatie. Zo sterk, dat hij niet kan wachten om dit te uiten. Zo sterk, dat zijn gedachten en gevoelens zijn hoofd volmaken en heel snel, sterk associatief, door zijn hoofd gaan. Wachten tot hij iets mag vertellen, is uitstellen van plezier (waar hij grote behoefte aan heeft) en leidt tot het vergeten van wat hij zo graag wilde zeggen.
Zich even te moeten focussen op een ‘onbenullig’ stuk informatie, zoals een woord (bij technisch lezen) of een rekensom, vereist dat hij de grote snelheid van zijn gedachten en gevoelens, van het beleven van sociaal plezier, heel sterk moet afremmen. Het kind onttrekt zich sterk aan dergelijke situaties: werkt heel snel en slordig, gokt veel en maakt veel fouten die geen patroon vertonen. Soms bedenkt hij heel bewerkelijke methoden, die hij heel snel uitlegt en die volstrekt niet te volgen en fout zijn.
Een complicerend neveneffect voor het kind is, dat sterke hyperactiviteit en motorische onrust vaak een negatief effect hebben op de motoriek en in het bijzonder op de fijne motoriek van het kind.

Ongeïnteresseerd
Wanneer het kind naast hyperactief en impulsief, ook afwezig en dromerig gedrag vertoont, bijna dissocieert, verliest hij veel informatie en weet dus vaak niet wat hij moet doen, wat van hem verwacht wordt. Het kind verlangt niet heel veel naar volwassenen, is eerder bijna ongeïnteresseerd. Het boeit hem niet erg wat er in zijn omgeving gebeurt. Dagdromen en associatief bezig zijn met ideeën en informatie trekt hem meer aan. Een automatisme, dat hij zich lang geleden heeft eigen gemaakt.

Behandelen en adequaat helpen

Het is van belang om niet te vergeten dat ADHD een emotionele aandoening is, zoals alle psychische stoornissen.
Wat wij zien in het kind (of de volwassene) met ADHD, is hoe zijn stressverwerkende mechanismen, heel lang geleden, met bepaalde zeer stresserende situaties zijn omgegaan. Dat heeft zich in zijn hersenen ingeprent.
Daar het kind op eigen kracht zelf weinig aan zijn symptomen kan doen, moeten zijn ouders, leerkrachten en psycholoog dat doen.
Dat betekent vriendelijk en geduldig omgaan met het kind en het behandelen van zijn ADHD.
Behandeling houdt in veel bij het kind gaan zitten (letterlijk) en hem bewust maken van gevoelens, gedachten en gedrag, die lastig zijn in bepaalde situaties. Dat is niet heel erg, maar soms toch wel vervelend. Samen, in situaties waar dat nodig is, kunnen wij leren ons beter en langer te concentreren, geduldiger te zijn en ons langer bezig te houden met een werkje, dat af (en goed) moet zijn. Wij moeten dus onze wilskracht, heel hard, te hulp roepen. Als een vriendelijk iemand naast mij zit, die mij helpt dat te doen, zal dat steeds beter gaan.

Een kind met ADHD heeft mensen, die naast hem zitten en hem heel actief steunen, heel hard nodig. Geen tips of regels, structuur of isolement, maar vriendelijke en deskundige mensen, die naast hem gaan zitten.




4033 Views