Als het al een tijd absoluut niet goed gaat
met lezen, spelling en rekenen, vragen ouders en leerkrachten zich af of er bij
het kind geen sprake zou kunnen zijn van dyslexie of dyscalculie.
Een van de vier classificatiecriteria voor dyslexie
en dyscalculie is, dat de leerproblemen van het kind niet beter kunnen “worden
verklaard door verstandelijke beperkingen, niet-gecorrigeerde visus- of
gehoorstoornissen, andere psychische of neurologische stoornissen,
psychosociale tegenslagen, gebrekkige beheersing van de taal waarin het
onderwijs gegeven wordt of inadequaat onderricht.” Bron: DSM-5.
Met andere woorden, wanneer er bijvoorbeeld
sprake is van ADHD, dan is verder onderzoek naar mogelijke dyslexie of
dyscalculie niet verstandig. Meestal belemmert en stoort ADHD het leren op
school in ernstige mate. ADHD is dan een betere verklaring voor de
leerproblemen van het kind en de diagnose dyslexie of dyscalculie mag dan niet
gesteld worden.
Dat laat onverlet dat, in ons geval, lezen,
spelling of rekenen al jaren een ernstig probleem zijn. Daarbij komt, dat het
kind hier waarschijnlijk emotioneel sterk onder heeft geleden en dat zijn
zelfvertrouwen en verwachtingen heel laag zijn.
Bij behandeling van ADHD dient dan ook
rekening gehouden te worden met de schoolachterstand en de mogelijk emotionele
schade, die het kind hierdoor heeft ondervonden. Daarom wordt sterk geadviseerd
de behandeling van ADHD, de daardoor ontstane emotionele problemen en het
inhalen van schoolachterstanden geïntegreerd uit te voeren.
Wanneer er naast ADHD ook sprake is van een
andere psychische stoornis, zoals ODD (wat vaak voorkomt), dan ziet het
behandelplan er nog complexer uit. We beginnen dan bij de ODD (oppositionele-opstandige
stoornis) en, bij een positieve reactie op die behandeling, voegen wij hier
steeds meer onderdelen van de behandeling van ADHD aan toe.