ARISTOTELES (384-322 voor Chr.)
De neurowetenschap ontmoet de filosofie.
“HET OPTIMAAL
FUNCTIONEREN IN MOREEL OPZICHT:
Het optimaal functioneren op
intellectueel gebied (cognitieve ontwikkeling) dankt zijn
ontstaan en verdere ontplooiing grotendeels aan onderricht, en daarom heeft het ervaring en tijd nodig.
Het optimaal functioneren op het morele
vlak (ethiek) is echter het resultaat van gewoonte … en op geen enkele manier van nature ontstaan.
…
Kennelijk ontstaat in ons het
optimaal functioneren niet van nature (genetisch/erfelijk) noch in strijd met
de natuur, maar het ontstaat, omdat we van nature er voor
toegerust zijn om het te verwerven (ervaren en redeneren).
…
… want we krijgen onze zintuigen niet door herhaaldelijk te zien
of te horen, maar omgekeerd: omdat we onze zintuigen al hebben, gaan we ze
gebruiken; door ze te gebruiken, krijgen we ze niet.
…
Wat we namelijk moeten leren doen, leren we al doende: mensen worden bijvoorbeeld bouwer door te bouwen en citerspeler door
citer te spelen. Zo worden we ook
rechtvaardig door rechtvaardige handelingen te verrichten, … “
Bron:
Aristoteles, Ethica Nicomachea
