V. (12 jaar, ODD/ADHD
+ medicatie), H. (7 jaar, ADHD). De een boos, uitdagend, agressief in de
wachtkamer met moeder. In het begin met de psycholoog ook erg onaangenaam en
provocerend. Altijd de discussie aangaan. Het meisje, vrolijk, bewegelijk, doet
van alles en doet dat snel, focust zich onvoldoende op informatie, instructie
en uitvoering van rekenopdrachten. Zij geniet van communicatie, bloeit op door
aandacht. Zij krijgt alle aandacht,
alleen voor haar, en ook alleen
vriendelijkheid. Tegelijkertijd oefent zij optimaal in het omgaan met
cito-opdrachten. “Kijk goed.” “Lees niet te snel.”
“Nooit iets opschrijven zonder er zeker van te zijn dat het goed is.” “Nadenken
en je antwoord controleren als je twijfelt.” Oefening na oefening trainen wij dat. Het lukt, zij verliest geen
sticker! Moeder blijft in de kamer gedurende de sessie (op voorstel van de
psycholoog). Overdragen van kennis en vaardigheden is absoluut noodzakelijk.
Aan het
eind van de sessie is de jongen ontspannen en vrolijk. Wij hebben wat confronterende gesprekken gevoerd,
gebruik makend van de informatie uit het dagboek van zijn ouders en van wat hij
bij een vorige sessie aangekruist heeft op een vragenlijst (‘Het lukt mij nog
niet om alles goed te doen, maar ik wil
het echt wel.’). Wij hebben ook het beeld van vorige keer gebruikt, maar niet
te veel: ‘Laat je aardige helft altijd in gesprek gaan met je lastige helft,
help hem te doen wat goed is voor je, wat je je fijn laat voelen. Laat je lastige helft het niet voor het
zeggen hebben.’ Hij nam dit uiteindelijk over en gaf steeds zelf aan wat
goed voor hem is en wat aardig overkomt bij anderen. Grof, onbeschoft tegen je
ouders doen, dat doet hun pijn. Wil
je dat? Het is makkelijker gezegd dan gedaan”, zegt hij.
Soms harde verbale confrontatie, op een rustige toon, maar scherp, met maximaal
respect, daar liefde voor zichzelf en zijn ouders het thema is. Hij is ook een
afspraak aangegaan met zijn moeder en de psycholoog om een keer in de week zijn
kamer op te ruimen. Bij het weggaan doet hij best lief tegen zijn moeder, hij
is speels, wil op haar rug springen of anders dat zijn moeder op zijn rug
springt om naar huis te gaan. Het meisje klimt over haar moeder, wil met moeder
spelen, aanraken, de volle aandacht hebben en blijft letterlijk op haar moeder
klimmen als die met de psycholoog praat. Therapeutische interventies zijn heel
boeiend en geven veel voldoening. De
ontwikkeling van neurobiologische structuren is gebruiks- en
omgevingsafhankelijk. Geef niet op, want: The sky's the limit.
HERSENEN
zijn mooi ((You tube))