vrijdag 29 mei 2015

Testen




Niet het instrument is slecht, wel wat er mee wordt gedaan.
Intelligentietesten worden voornamelijk gebruikt om sociale selectie en uitsluiting te ondersteunen. Niet om aan te geven, bijvoorbeeld, dat er is sprake is van een ontwikkelingsachterstand, met als advies, wij gaan samen een plan opstellen om die achterstand weg te werken. Of, indien er sprake is van een ontwikkelingsstoornis, een behandelplan opstellen om het kind, de adolescent of de volwassen persoon te behandelen tot hij/zij weer goed kan functioneren. Zoals wij doen bij depressie.
Intelligentietesten zijn niet slecht. Wat er mee wordt gedaan, is meestal echter niet waardig. Maar je kunt er ook heel veel aan hebben. Je kunt inzicht krijgen in hoe iemand leert en hoe die persoon met emoties en opdrachten omgaat en waarom.
Maar meestal wordt iemand afgeschreven en geschoffeerd met termen als “laag begaafd” en “cognitief beperkt”, die wetenschappelijk gezien absoluut geen waarde hebben of krijgen ouders te horen dat “er niet meer inzit” en het kind een aangepast programma moet gaan volgen in het kader van “Passend onderwijs.”
Intelligentie, of wat wij daaronder kunnen verstaan, heeft een jonge baby niet. Zo goed als alle hersencellen moeten nog tot stand komen en daarna zich aan elkaar gaan binden om netwerken te vormen. Waar en wanneer die netwerken tot stand komen en hoe sterk en uitgebreid zij worden, wordt bepaald door de waarnemingen en belevingen van de baby en het jonge kind. Zoals haat en liefde niet bij geboorte bij de baby aanwezig zijn, is intelligentie dat ook niet. 

Ontwikkeling, ook de neurobiologische ontwikkeling, is omgevingsafhankelijk.
Iedere ontwikkeling is omgevingsafhankelijk.



7307 Views