Kinderen
Volgens
de JGZ heeft 9-33% van de kinderen problemen.
Het
vóórkomen van psychosociale problemen varieert volgens hulpverleners in de
jeugdgezondheidszorg (JGZ) per leeftijdsgroep van 9% tot 33% (Zeijl
et al., 2005; tabel 1).
Ze
observeren de minste problemen bij meisjes van 14 maanden (9%), terwijl ze bij
jongens van 5-6 jaar de meeste problemen observeren (33%). Daarvan hebben de
meeste kinderen slechts lichte problemen. Ze functioneren goed ondanks de
problemen, het probleem is van korte duur en er is, naast advisering, niet echt
verdere hulp nodig.
Bij
1% tot 3% van de kinderen zijn de problemen ernstig, wordt het kind belemmerd
in zijn functioneren en is verdere hulp nodig. Bij baby´s van 14 maanden komen
vooral slaap- spraak/taal- en eetproblemen voor. Bij 3-jarige jongens komen
vooral gedragsproblemen voor, zoals uitdagend en agressief gedrag. Meisjes van
die leeftijd hebben vooral slaapproblemen. In de leeftijdsgroep 5-6 jaar hebben
meisjes vooral emotionele problemen en jongens vooral problemen thuis en op
school. Kinderen van 8-12 jaar hebben vooral emotionele problemen, zoals gebrek
aan zelfvertrouwen en teruggetrokken gedrag. Bij jongens komen daarnaast veel
schoolproblemen voor. Problemen met leeftijdsgenoten komt in deze
leeftijdsgroep vaker voor dan bij 5-6 jarigen.
Nationaal
Kompas Volksgezondheid, versie 4.17, 23 juni 2014
© RIVM,
Bilthoven