woensdag 14 mei 2014

Behandelen is alles behalve een makkie!



Moeder vertelt, dat S. niet wilde komen. Hij is 9 jaar en wordt al een jaar voornamelijk door/via ouders behandeld (ODD/ADHD/DS) (*). De kennis en vaardigheden, die zij nodig hadden om dat te doen zijn aangeboden in korte, intensieve perioden van gesprekken met de psycholoog/behandelaar. Met S. is nu een vierde bijeenkomst afgesproken naar aanleiding van een negatieve/depressieve periode, die ouders veel zorg baart. S. vindt dat het geen zin heeft, dat hij mij niet verstaat, etc. Moeder vindt, dat het wel effect heeft. Zij vindt, dat het veel beter gaat. Dat is altijd heel fijn om te horen.
Ik vraag S. excuus voor het feit dat hij mij soms niet verstaat. Ik zal beter opletten. Wij beginnen met een spelletje memory. Moeder doet er aan mee. S. wil winnen, is heel onrustig, probeert voor zijn beurt te spelen, houdt weinig rekening met de andere spelers. Hij is niet erg ontspannen. De volgende activiteit lukt niet. De thema’s ‘verdriet’ en ‘boos’ waren voorbereid. Er zou gespeeld en geschreven worden op het whiteboard. Het duurt te lang,  veel spellingsfouten en het sluit helemaal niet aan bij de gemoedstoestand van S. Mijn ‘credit’ bij hem is ook op. Het komt vaak voor dat kinderen en jongeren met soortgelijke problematiek weigeren naar de psycholoog te haan. Hun “nee” blijft “nee”. Soms  lukt het wel, met name als de psycholoog naar school gaat. Maar wanneer de psycholoog meer bekend wordt voor het kind, gaat het kind zich verzetten, waardoor het systeem: een sessie, op een vast tijdstip, niet meer werkt.
Even dan nog een spel. Dat verloopt niet goed voor S., al niet vanaf het begin. Hij vindt dat heel vervelend. Voor hem gaat het niet om het spel, maar om het winnen. Deels zit hij daar nog aan vast. Tegenwerking van anderen of tegenslag, zijn voor hem soms nog erg pijnlijk. Er wordt aan gewerkt om dat te verminderen. Maar vandaag gebruikt S. dat deels om uiting te geven aan ‘negativistisch gedrag’. Het is S. niet gelukt om zijn verliezende spel tot het eind te spelen. Een beetje boos wordt het afgebroken voor wij klaar zijn. Zijn gemoedstoestand blijft toch redelijk.
Ik vroeg hem excuus. Misschien had ik mijn werk niet goed voorbereid, misschien deed ik het niet zo goed. S.  verdedigde mij. Nee, het kwam omdat hij er geen zin in had.
Dat was fantastisch. Een duidelijk sterk staaltje van empathie en dus liefde. Mijn complimenten aan S. en aan zijn ouders. Die zijn al een jaar intensief aan het werk. Herstel en gezonde ontwikkeling tot stand brengen zijn nog niet afgerond, maar wij zijn een heel eind op de goede weg, zeker vergeleken met het begin.

Een paar weken geleden is het spreekwoord ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ (Fabels van Aesopus) opgepakt bij het lezen van een verhaaltje door S. op verzoek van de psycholoog. Wij hebben het over de betekenis daarvan gehad en het toegepast in concrete en denkbeeldige situaties op school, thuis, etc. Het was voor S. glashelder en het is blijven hangen. S. lijkt het ook te kunnen gebruiken als een soort geheugensteuntje als hij bij anderen is.
Het is belangrijk hem te blijven helpen met reflecteren, zich in de plaats van anderen te denken en zich af te vragen wat het aardigste en slimste is om te doen. Het feit dat hij op begaafd niveau scoort bij een intelligentietest kan helpen.
Niet onbelangrijk, ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ stimuleert positieve gevoelens


3478 Views