Diagnostiek
In de forensische
(second opinion) psychodiagnostische onderzoeken, die door Child Support worden
uitgevoerd op verzoek van ouders (meestal een alleenstaande moeder) en hun
advocaten, wordt vaak de diagnose psychische
mishandeling van moeder en kind gesteld. Het is niet bekend wat kinderrechters
hiermee doen.
De meest voorkomende diagnostische uitspraken in de
rapportages zijn, overeenkomstig de DSM-5:
1. 309.-- Aanpassingsstoornissen
2. 995.52 Verwaarlozing
van een kind
3. 995.51 Psychische mishandeling van een kind
4. 300.15 Andere gespecificeerde dissociatieve
stoornis. Specificatie:
Identiteitsstoornis
door langdurige en intense gedwongen
gedachtebeïnvloeding.
5. 995.82
Psychische mishandeling van
een volwassene door iemand
die niet de
levenspartner is
6. V62.89 Onenigheid
met medewerkers van sociale voorziening of
reclassering, case manager of
maatschappelijk werkende.
7. V61.8 Opvoeding in de afwezigheid van
ouders
Door instellingen en door
de meeste onderzoekers, die voor jeugdzorg onderzoeken doen, wordt dat nooit
vastgesteld. Altijd blijft buiten beschouwing, dat het kind en zijn moeder
jarenlang dagelijks te maken hebben gehad met zeer stressvolle, sterk traumatiserende
belevingen. Het wordt genegeerd dat dit resulteert in psychisch letsel met zeer
ernstige consequenties voor kind en moeder, dat hun hele leven verder gaat bepalen.
Dat blijkt uit het levensverhaal van mensen, klinische praktijk en wetenschappelijk
onderzoek.
UIT DE DSM-5
“De verwaarlozing van een kind wordt gedefinieerd als een
grove daad of nalatigheid door de ouders of een verzorger van het kind,
waardoor het kind verstoken blijft van basale
bij de leeftijd passende behoeften, met als gevolg, of waarvan in
redelijkheid kan worden aangenomen, dat dit zal resulteren in lichamelijk of
psychisch letsel bij het kind.”
“Psychische
mishandeling van een kind is
bijvoorbeeld: het kind uitschelden, kleineren of vernederen; het kind bedreigen; mensen of voorwerpen waar het kind om geeft, beschadigen, verlaten of
wegdoen – of dreigen dit te doen; …”
“Mishandeling van
een volwassene is bijvoorbeeld: (…) en verbale uitingen of symbolische
handelingen die psychisch letsel kunnen toebrengen (zoals het hekelen of
vernederen van betrokkene; de betrokkene aan een verhoor onderwerpen; voorkomen dat de betrokkene vrij kan komen en gaan; belemmeren van
de toegang tot hulp; het slachtoffer bedreigen; letsel of schade toebrengen aan mensen of dingen waar het
slachtoffer om geeft of hiermee dreigen;
de toegang tot of het gebruik van financiële middelen van het slachtoffer
beperken; het afzonderen van het
slachtoffer van familie, vrienden of sociale ondersteuning; het slachtoffer
stalken; en pogingen om het slachtoffer
te laten denken dat hij of zij gek is).
Bron: “Beknopt
overzicht van de criteria DSM-5”