vrijdag 20 juni 2014

Supervisie en de leermogelijkheden van kinderen


In het onderwijs moeten ieder jaar duizenden kinderen een psychologisch onderzoek ondergaan, dat uitsluitend uitgevoerd wordt door organisaties die dit doen zoals gemeenten en schoolbesturen dat willen. Een Intelligentie onderzoek moet er altijd deel van uit maken.  Een diagnostisch onderzoek, naar mogelijke psychische (emotionele) problemen, mag absoluut niet. Deze opdrachten genereren een omzet van vele miljoenen euro’s.
In de onderzoeksverslagen worden altijd uitspraken gedaan over de “capaciteiten” en de “leermogelijkheden” van kinderen, op basis van IQ-scores! Lage scores op een intelligentietest worden de verklaring voor lage prestaties van het kind op school. Dat het om dezelfde informatie gaat, dat wil zeggen een meting van verworven kennis en vaardigheden, wordt over het hoofd gezien.
Per “decreet” is een IQ-score van een kind, lager dan 90 al laag genoeg. Wetenschappelijk gezien is dat pure onzin. Een IQ-score bij een kind, lager dan 70 kan (afhankelijk van de oorzaken daarvan) wel een serieus probleem zijn.

Een ander gegeven waar velen niets mee kunnen en niet van willen horen, is dat het niveau en de kwaliteit van kennis en vaardigheden door een kind verworven (de ontwikkeling van het kind), afhankelijk is van de sociaal-economische status (SES) van zijn gezin.
Sommige kinderen kunnen zich zeer goed ontwikkelen, veel anderen krijgen die gelegenheid niet, nog anderen ondervinden sociale en emotionele stress, die hun ontwikkeling (en deelname aan het onderwijs) belemmert of zelfs ernstig verstoort. Ook bij universiteiten (opleidingsinstituten) dringt dit nog steeds niet door.

Met andere woorden, psychologische onderzoeken in het onderwijs moeten bevestigen dat het kind onderpresteert, omdat het “beperkte capaciteiten heeft”, “het (gewoon) onderwijs niet aan kan” en dus “overvraagd wordt.” Daar het waarom van de lage schoolprestaties, maar tevens ook van belemmerende emoties, gedachten en gedrag gevonden is (lage IQ-scores), kan men overgaan tot advisering.
Wij moeten het kind “niet overvragen,” “niet te hoge eisen stellen,” of “te hoge verwachtingen hebben”, anders “wordt het kind ongelukkig.”
Het staatsbeleid in deze, en dus ook de adviezen van de organisaties die onderzoeken uitvoeren, “met voor het oog het welzijn van het kind”, is  het verlagen van de verwachtingen en van het onderwijsaanbod: “Passend Onderwijs.”
Bij supervisie stellen wij dat ter discussie met behulp van een lijst van goede en snel leesbare wetenschappelijke onderzoeken.


LEESSUGGESTIES Supervisie K. & J. :

 




3974 Views