Veel
kinderen, die veel last hebben van ADHD, doen zo goed als niets als zij alleen
moeten werken. Het lukt hun gewoon niet. Komt (een aardig) iemand erbij,
bijvoorbeeld een leerkracht of een ouder, dan werken zij graag tot zij weer alleen worden gelaten.
Wat wij
met het kind moeten doen, het liefst nog voordat het heel veel achterstand
heeft opgebouwd, is hem trainen om ook alleen (zelfstandig) te werken. Dat doen
wij met een soort trainingsplan.
Het belangrijkste hierbij is iedere dag, op
school en thuis, naast het kind te gaan zitten en hem helpen op gang te komen
en door te werken. Tevens maken wij het kind zich ervan bewust, dat werken wel
lukt, dat hij het kan, dat het fijn is.
Vervolgens
gaan wij het kind ervan overtuigen dat hij dat ook alleen kan. “Je kunt jezelf dwingen aan het werk te gaan
en aan het werk te blijven.” “Let
goed op wat je doet.” “Doe je niets
en moet je juist nu werken? Praat dan met jezelf.” “Ik moet doorwerken, ik moet doorwerken.” “Laat je niet afleiden, wees streng tegen jezelf en zeg tegen jezelf dat
je aan het werk moet gaan.”
Als wij
dat iedere dag doen met het kind, zo vaak en zo lang als dat nodig is, tot het
uiteindelijk goed gaat, dan gaan wij onze aanwezigheid en betrokkenheid
afbouwen.
Wij
zitten niet meer zo lang naast het kind en vervolgens ook niet meer zo vaak.
Wij
blijven wel het kind op afstand volgen en aanmoedigen tot de nieuwe
automatismen goed ingeprent zijn.
Het
gaat om emoties. Kinderen met ADHD zijn heel actief, vrolijk en sociaal. Zijn
zij alleen of moeten zij stil zitten, dan gaan zij dagdromen of de aandacht van
anderen trekken.
14781 Views